Regelsleutellabels configureren

U kunt een vooraf gedefinieerde nummer-/naamindeling kiezen voor de lijnlabels (inclusief de primaire lijn en andere lijnen) die via Control Hub op het telefoonscherm worden weergegeven.

De configuraties zijn ook van toepassing op de Key Expansion Module (KEM).

In het volgende voorbeeld ziet u de posities van de configureerbare regelsleutellabels:

Line key labels on 9861
Voorbeeld: configureerbare lijnsleutellabels op de Cisco-bureautelefoon 9861 met meerdere lijnen

Tabel 1. Configureerbare regelsleutellabels
IndexNaam labelBeschrijving
1WeergavenaamAlleen voor de primaire lijn. Dit wordt linksboven in het telefoonscherm weergegeven.
2Label lijnsleutelVoor andere lijnen (met uitzondering van de primaire lijn) op de telefoon met meerdere lijnen. De eerste lijn wanneer het secundaire label is ingeschakeld.
3Secundair label lijntoetsVoor alle lijnen. Het wordt weergegeven als het label voor de tweede lijn voor de primaire lijn en de lijntoetsen.

1

Ga vanuit de klantweergave in Control Hub naar Apparaten en selecteer vervolgens uw telefoon.

2

Zorg ervoor dat de waarde van Lijnlabel is ingesteld op standaard of leeg.

  1. Selecteer Lijnen configureren in het gedeelte Apparaatbeheer .

  2. Wis de waarde van Lijnlabel voor de geconfigureerde lijnen.

    Het parameterregellabel heeft voorrang op het lijntoetslabel. Als Lijnlabel is geconfigureerd, wordt in plaats daarvan het geconfigureerde lijnlabel op de telefoon weergegeven.
  3. Als u toestaat dat de telefoon meerdere weergaven van een gedeelde lijn weer te geven, configureert u de parameterweergaven met een hogere waarde dan 1. Indien geconfigureerd, wordt het lijntoetslabel voorzien van een achtervoegsel met -1, -2 enzovoort.

    Deze configuratie is ook van toepassing op Key Expansion Module (KEM).
  4. Klik op Opslaan.

3

Selecteer alle configuraties onder Het gedeelte Configuraties op de pagina met apparaatdetails.

4

Configureer in het gedeelte Telefoon de parameters weergavenaam, lijntoetslabel en secundair label lijnsleutel.

Zie Parameters voor configureerbare lijnsleutellabels op Control Hub voor meer informatie over de parameters.
5

Klik op Volgende, bekijk uw wijzigingen en klik vervolgens op Toepassen.

Parameters voor configureerbare lijnsleutellabels op Control Hub

Parameter Standaard en optiesBeschrijving
WeergavenaamStandaard:
  • Voor 9841/9851: Telefoonnummer van gebruiker / Locatienummer / Toestel van gebruiker

  • Voor 9861/9871/8875: Gebruikersnaam (voornaam achternaam)

Opties:

  • Telefoonnummer van gebruiker / Locatienummer / Toestel van gebruiker
  • Gebruikersnaam (achternaam voornaam)
  • Gebruikersnaam (achternaam voornaam)

Voor de optie Telefoonnummer gebruiker / Locatienummer / Toestel gebruiker is de weergaveprioriteit:

Telefoonnummer > locatienummer > toestelnummer van gebruiker.

Als het telefoonnummer van de gebruiker leeg is, wordt Locatienummer weergegeven op de telefoon. Als het locatienummer ook leeg is, wordt op de telefoon Toestel gebruiker weergegeven.

Als de werkelijke waarden "Weergavenaam" en "Lijnsleutellabel" identiek zijn, wordt het label voor de secundaire lijn op de primaire lijn niet weergegeven.
Label lijnsleutelStandaardwaarde: Gebruikersnaam (achternaam voornaam)

Opties:

  • Toestel van gebruiker / Voornaam
  • Gebruikersnaam (achternaam voornaam)
  • Gebruikersnaam (achternaam voornaam)

Voor de optie Toestel gebruiker / Voornaam is de weergaveprioriteit:

Toestel van gebruiker > voornaam

Als gebruikerstoestel leeg is, wordt de voornaam weergegeven op de telefoon.

Secundair label lijntoetsStandaardwaarde: Telefoonnummer gebruiker / Locatienummer / Toestel van gebruiker

Opties:

  • Toestel van gebruiker / Voornaam
  • Gebruikersnaam (achternaam voornaam)
  • Gebruikersnaam (achternaam voornaam)
  • Telefoonnummer van gebruiker / Locatienummer / Toestel van gebruiker
  • Geen
Als dit is ingesteld op Geen, wordt het secundaire label niet weergegeven op de lijntoets. In dit geval wordt er slechts één lijnlabel op de telefoon weergegeven (inclusief de primaire lijn in de linkerbovenhoek van het telefoonscherm).
Als de werkelijke waarden "Label lijntoets" en "Lijntoets secundair label" identiek zijn, geeft het secundaire label op de lijntoets alleen de string "Lijn" weer.